Over Schizofrenie Check hoe het met je gaat! Reageer Archief Forum Disclaimer/Privacy verklaring | Colofon

E-health
Boekentips
Mindfulness
Stemmen horen
Rust in je hoofd
Hersenonderzoek
Social media
Confrontaties aangaan

Diabetes
De inlooppoli
Drugs
Gezond eten
Bewegingsstoornissen
Mondverzorging
Dag en nacht ritme
Blowen

Wonen
Jongeren
Het ervaringsspel
Migranten
Kinderwens
Relatie broer/zus
Actie maakt gezond!
2 moslims over schizofrenie


Relatie broer/zus

Bemiddelaar
Tot voor kort hadden wij een gewoon gezin bestaande uit mijn ouders, mijn broertje Gijs van 14 en ikzelf van 16, maar de laatste tijd gaat het met Gijs niet goed. Hij spijbelt en haalt slechte cijfers. Ook is hij in de ban van geweld en zegt alles te weten wat er te weten valt. We snappen niet wat hem bezielt en gooien het op de puberteit. Ondertussen wordt de sfeer er niet beter op. Ik kan niet tegen zo’n beladen sfeer in huis. Maar ik heb een manier gevonden waardoor ik kan voorkomen dat de spanning uitmondt in een ‘ontploffing’. Ik word bemiddelaar tussen Gijs en mijn vader. Mijn ouders zitten wat betreft de aanpak van Gijs nou niet bepaald op één lijn. Mijn vader wordt kwaad en mijn moeder verdedigt mijn broertje. Ik probeer op alle mogelijke manieren de spanning te verminderen. Dit begint al op het moment dat Gijs zijn bed uit komt. Hij toont geen enkele interesse in zijn uiterlijk en hij komt ongewassen en in kleding die hij al een week aan heeft naar beneden. Nog voordat mijn ouders het zien werk ik hem weer naar boven en zorg ervoor dat hij iets aan zijn uiterlijk doet. Erg sociaal is hij ook niet, ook al zijn we allemaal bij elkaar, hij pakt rustig iets voor zichzelf alleen. Hij zal nooit vragen of wij ook wat willen. Ik vraag nog voordat hij de keuken uitkomt: ‘Willen jullie ook wat drinken? Oh Gijs, jij hebt al wat?’. Eenzelfde tafereel speelt zich bij het avondeten af. Dan probeer ik de aandacht op iets anders te richten, door te praten over school of zo.

Genegeerd
Mijn bemiddelingspogingen neemt Gijs me niet in dank af. Hij negeert me. Wanneer ik naar beneden kom gaat hij naar boven en wanneer we allebei in een ruimte zijn houdt hij zijn hand zo voor zijn gezicht dat hij mij niet kan zien. Ruzie is niet leuk, maar dit is nog veel pijnlijker. Ik voel me afgewezen en het maakt me onzeker. Toch ga ik door met mijn bemiddeling, al is betutteling waarschijnlijk een beter woord. Het streelt mijn ego dat ik in staat ben sommige situaties te redden. Ik voel dat mijn ouders me nodig hebben en me waarderen om wat ik doe.

Verwaarloosd
Waarom moeten mijn ouders en ik altijd rekening houden met hem? Waarom kunnen we niet een spanningsloze maaltijd of vakantie hebben? Waarom kan ik niet gezellig en rustig met mijn moeder gaan winkelen omdat ze Gijs niet te lang alleen wil laten? Waarom draait alles om hem?

Buitengesloten
Voor mij is het inmiddels duidelijk dat Gijs echt gek is en wel iets moet hebben van schizofrenie of zo. En iemand die ziek is moet worden opgenomen, redeneer ik, dus Gijs moet weg. Dat lijkt me zalig. Maar helaas gaat dat zo makkelijk niet, het duurt een eeuwigheid voordat Gijs wordt opgenomen. En áls het dan eindelijk zo ver is, is het maar voor korte duur. Na een paar dagen wil hij daar weg. En mijn ouders nemen hem weer mee naar huis. Ik ben teleurgesteld en weet niet wat mijn ouders mankeren om elke keer zo naar hem te luisteren. Ik krijg ook het gevoel dat mijn ouders mij niet alles vertellen. Dat zal wel zijn om mij niet te veel te belasten, maar hierdoor voel ik me juist buitengesloten en krijg ik het idee dat ze me niet waarderen.

Medelijden
Inmiddels is na die eerste opname duidelijk dat Gijs echt ziek is. Het is aan de ene kant een opluchting want dat betekent dat ze hem gaan helpen en dat hij misschien wel kan veranderen. Aan de andere kant is dit voor mij een van de moeilijkste momenten, niet zo zeer om te accepteren dat er iets met hem is, maar omdat hij nu opeens zielig is terwijl hij de afgelopen jaren onuitstaanbaar was. Eerst heeft hij al die ellende aangericht, nu blijkt dat hij er niets aan kan doen. Het hoort bij het ziektebeeld. En ik heb ook medelijden. Ik besef dat hij nooit een leven kan opbouwen zoals ik dat kan. Hij zal misschien wel nooit op zichzelf kunnen wonen.

Leven
Als ik 19 ben doe ik dat wel, ik ga studeren en op kamers wonen. Nu kan ik eindelijk mijn eigen leven leven. Maar dit blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik bel elke dag naar huis en kom ieder weekend thuis. Ik voel me nog steeds nodig.
Doordat ik niet meer thuis woon mis ik de verandering die mijn ouders en broertje in de loop der tijd wel ondergaan. Ze gaan anders met elkaar en Gijs om. Het lijkt wel of ze zich minder aan hem storen. Er zijn minder spanningen en de sfeer is beter. Maar ik gedraag me nog steeds zoals ik dat gewend was, betuttelen en regelen.

Spanning
Ik kom minder thuis. Dat maakt me rustig. Maar als ik thuis ben, zie ik Gijs als bron van alle spanningen en alleen al zijn aanwezigheid maakt mij gespannen. Als een vriendin mij er op wijst dat ik wel eens degene zou kunnen zijn die de spanning in stand houdt, ben ik pissig. Maak het nou even, nu heb ik het gedaan. Hoewel ik gekwetst ben door haar opmerking, ben ik erover gaan nadenken en gaan opletten hoe ik me nou eigenlijk gedraag.

Gewoon mezelf
Nu weet ik dat ze gelijk heeft. Door hem te corrigeren richt ik juist de aandacht op zijn negatieve gedrag en dat roept spanning op. Even weet ik niet hoe ik me moet gedragen. Ik moet ‘gewoon mezelf’ zijn, zegt iedereen. Maar het is deel van mezelf geworden om me zo te gedragen. Toch probeer ik me anders op te stellen ten opzichte van Gijs en dit gaat eigenlijk heel goed. Ik merk dat ik doordat ik mijn gedrag verander ook een andere relatie met hem krijg.
Een betere!

Eva

Bron: Annemiek de Kruijf, Ypsilon



Share on Facebook Share on Twitter