Familie


Iedereen heeft familie. En daarnaast een netwerk van vrienden, studiegenoten, collega’s, buren. Bijna elke activiteit – werken, leren, sporten, vrijwilligerswerk, hobby’s - die een mens onderneemt, levert een uitbreiding van zijn of haar netwerk op.
Bij mensen met een psychiatrische ziekte neemt het netwerk juist af. Soms is alleen de familie nog over. Dat maakt duidelijk hoe belangrijk het is de band, het contact, met de familie te behouden.

Familie zijn van iemand met schizofrenie of een psychose stelt andere eisen aan familieleden dan de omgang met familieleden zonder psychiatrische stoornis.
De ervaring leert dat het contact soms moeizaam verloopt. Dat heeft effect op het leven en welzijn van degene met de stoornis, maar net zo goed op dat van het familielid. De relatie die zij met elkaar hebben kan er op vast lopen.
Onderstaande tekst is gericht aan familieleden.


Aandacht voor uzelf

Ga actief aan de slag
Het is nogal wat als je familielid een psychose krijgt. Gun uzelf de gelegenheid om uw ervaringen en verdriet te verwerken. Stop het niet weg, maar ga er actief mee aan de slag. In de eerste plaats met de andere gezinsleden; zij hebben hetzelfde meegemaakt als u. Bovendien hebt u elkaars steun hard nodig. Respecteer dat ieder het op zijn eigen manier beleeft.
U kunt ook extern hulp zoeken. Hulpverleningsinstellingen en familieledenorganisaties als Ypsilon (www.ypsilon.org), verzorgen geregeld bijeenkomsten. Er zijn bijeenkomsten speciaal voor ouders, voor partners, voor broers/zussen en voor 'kinderen-van'. Voor jongere kinderen organiseren de meeste GGZ-instellingen aparte bijeenkomsten (de zogenaamde KOPP-projecten).

Zoek geen schuldige
Niemand is gebaat bij het aanwijzen van een schuldige - als die er al zou zijn. Het heeft dus geen zin om de schuld bij uzelf of bij anderen te zoeken.

Kom voor uzelf op
Niemand is ermee geholpen als u niet meer vooruit kunt. Cijfer uzelf dus niet weg, stel grenzen, en probeer dingen te blijven doen waar u plezier in hebt.


Omgang met uw psychotische familielid:

'Benader iemand zoals u zelf benaderd zou willen worden.' Dat is het meest basale -en beste- uitgangspunt voor contact met andere mensen; of iemand nu patiënt is, hulpverlener of groenteboer op de hoek. Goed luisteren, respect voor de ander hebben en geen verwijten maken zijn daarbij belangrijk. En 'ik' zeggen in plaats van 'jij' of 'ze'. Zeg dus geen: 'Zou je dat wel doen' als u bedoelt: 'Ik heb liever niet dat je dat doet'.

Hoe beïnvloedt een psychose het contact met uw naaste?
Een psychose heeft tot gevolg dat uw familielid anders in de werkelijkheid staat dan u gewend was. Hoort hij stemmen dan kunnen die hem afleiden als hij met u in gesprek is. Heeft hij wanen dan bepalen die vaak zijn hele doen en laten. Zo zullen mensen die de waan hebben dat ze achtervolgd worden, zich angstig en bedreigd voelen. Ze kunnen hierdoor prikkelbaar en agressief reageren. Het is ook mogelijk dat bij uw familielid het denken niet vlot verloopt. Hij neemt de dingen minder goed in zich op en kan de lijn van het gesprek soms niet volgen. Hij vergeet erg veel, waardoor u de indruk kunt krijgen dat hij minder geïnteresseerd is in wat u hem vertelt.

Samenwerken
Om thuis een leefbare situatie te creëren en ook de behandeling een goede kans te geven, is het van groot belang dat er wordt samengewerkt tussen de hulpverlener, de patiënt én de familie. Het draagvlak dat hiervoor nodig is ontstaat niet zomaar, maar moet worden gemaakt en daarna ook worden onderhouden. Dit vereist speciale vaardigheden.

Dit artikel is tot stand gekomen met de hulp van Ypsilon.


 

Share on Facebook Share on Twitter